Informatie over jonge boompjes en zaailingen van bomen en struiken
Wat zijn jonge boompjes?
Eerstejaars boompjes. Ze kunnen worden geproduceerd op verschillende manieren:
- Door middel van zaad
- Vegetatief via stekken
Jonge boompjes kweken door middel van zaad
In het algemeen produceren zaden planten die variabel zijn in genotype en fenotype:
- Genotype zijn de genetische eigenschappen en de genetische kenmerken van de plant
- Fenotype zijn de zichtbare kenmerken van de plant
In het kort kunnen we zeggen dat variabele populaties van planten extern verschillen in hoe ze eruitzien, verschillen in eigenschappen als groei, weerstand, vruchtproductie etc. Populaties uit zaad zijn veel beter bestand tegen ziekten om twee redenen:
- Door de vermenigvuldiging door zaad zijn de planten van nature virus vrij
- Bij een variabele populatie hebben planten verschillende eigenschappen om zich te beschermen tegen ziekten. Dit betekent dat als een ziekte een populatie aanvalt die van zaad afkomstig is, de ene plant sterft terwijl de andere overleeft omdat die minder of niet gevoelig is voor de ziekte.
Jonge boompjes kweken door vegetatieve vermeerdering
Vermenigvuldiging van één plant naar een groot aantal. Dit kan gebeuren via de traditionele manier van snijden en opnieuw bewortelen of door middel van weefsel (in-vitro) kweek vermenigvuldiging. Met deze methoden hebben alle planten hetzelfde genotype en fenotype. Door de selectie van de moederplant kunnen we een plant kiezen die extra goede eigenschappen heeft zoals meer productie, sterkere groei, etc. Maar ze zijn ook erg kwetsbaar voor ziekten bij een aanval waartegen ze geen weerstand hebben. De gehele populatie zal dan sterven.
Vegetatieve vermenigvuldig uit een variabele populatie van planten. Door deze methode is de populatie meer variabel dan bij vegetatieve vermeerdering van één moederplant, dus minder gevoelig voor een ziekteaanval. Het voordeel is dat we nog steeds kunnen concentreren op vermenigvuldiging van moeder planten die betere eigenschappen hebben dan een populatie die wordt vermenigvuldigd door middel van zaad. Deze vegetatieve vermenigvuldiging kan worden gedaan door wortels of stengels of door (kleine) delen daarvan.
Wortelstelsels van planten
Een eikel met een enkele wortel in de verschillende groeistadia
Bij het produceren van jonge boompjes op de pluggen door middel van zaad zal er een zeer sterke wortel worden gevormd. Deze wortel is in staat om rotsen te breken als zij daarin groeien. Dit is mogelijk omdat de wortel van een boom in staat is om een druk van meer dan 50 bar te ontwikkelen! Kijk naar de foto’s van de eikels. De tweede eikel op de foto hierboven breekt juist open door de groeiende primaire wortel. Bij de rechter eikel zie je de ijzersterke primaire wortel van enkele dagen oud die er als een spijker uitziet.
Door stekken op pluggen wordt er ook een wortel gevormd, maar deze is minder sterk dan een wortel die ontwikkeld is uit zaad, omdat de groeiende punt meestal is onderverdeeld in enkele punten in plaats van één. Als we jonge boompjes uit zaad of uit stek vermenigvuldigen in een plug, verkiezen we een plug met de volgende capaciteiten:
- Ten minste 15 cm diep, zodat de wortel in staat is om zichzelf lang genoeg te ontwikkelen;
- Geen ronde vorm om te voorkomen dat de wortel in het rond gaat groeien in plaats van verticaal. Als deze eenmaal in het rond groeit zal deze in het rond door blijven groeien, dus na het planten zal de wortel op deze manier niet in staat zijn diep genoeg in de grond te dringen om naar capillair water te zoeken;
- Genoeg openingen, zodat de wortels voldoende zuurstof hebben om goed te groeien;
- Gemakkelijk werken zodra men de plant uit de plug haalt.
Zodra je de jonge boom uit de plug haalt moet je witte puntjes zien en een niet-opgesplitste primaire wortel. Als de uiteinden van de wortels niet wit zijn, betekent dit dat ze besmet zijn met een ziekte zoals Pythium of andere schimmels. Ook is het mogelijk dat de turf te zout is en de wortelpunten bruin en hard zijn, ze zijn dan ‘verbrand‘.
Niet-opgesplitste primaire wortel
Tijdens mijn onderzoek naar wortels ben ik erachter gekomen dat in meer dan 95% van de gevallen dat mensen bomen of bosjes planten, de gebruikte wortels verkeerd zijn. De reden daarvoor is dat we de planten te lang in de potten laten zitten met als gevolg dat de primaire wortel zich opsplitst in secundaire wortels zodra deze de bodem van de pot bereikt. Er zijn ook sectoren waar de planten worden vermenigvuldigd met het blote-wortel-systeem. Bij wijnstokken vermenigvuldigen telers hun planten in de volle grond en zodra ze zijn geoogst om getransporteerd te worden naar hun definitieve plaats, reinigen de telers de wortels (en vernietigen zo dus alle secundaire wortels) en snijden vervolgens de primaire wortel op 5 tot 10 cm lengte (en vernietigen dus de primaire wortel).
Dus vermenigvuldigen met de huidige technieken veroorzaken verwoesting van de primaire wortels die in staat zijn om diep in de grond te dringen met de kracht van 50 bar om het capillair water af te tappen. Dezelfde methoden stimuleren de ontwikkeling van secundaire wortels die met hun kracht van 1 bar niet in staat zijn om dit te doen. Dit betekent dat we bomen en struiken creëren die niet in staat zijn om in droge gebieden te groeien zonder hulp. Om deze fout te herstellen gebruiken we irrigatie. Dus de irrigatie die we gebruiken is niet omdat de plant niet in staat is om te groeien op een droge plaats, maar omdat we niet planten met goede wortel systemen.
Andere vermenigvuldiging methoden
Er zijn een paar andere methoden die tot nu toe niet veel gebruikt zijn bij bomen.
- Een vermenigvuldigingsmethode via somatische embryogene regeneratie. Dit is een methode voor de regeneratie van planten van bomen door het kweken van explantaten van onvolgroeide zygotische embryo’s op weefsel medium om embryogene weefsels te laten groeien. Het kweken van de embryogene weefsel wordt voortgezet op somatische embryo rijping medium en kiemkracht medium. De gekiemde embryo's worden verder omgezet naar geacclimatiseerde planten voor veldplanting. De methode is zeer geschikt voor het op grote schaal produceren van klonen van plantgoed en nuttig voor herbebossing. Dit betekent wel dat deze methode resulteert in niet-variabele populaties, waardoor ze kwetsbaar zijn voor ziekten;
- F1-Hybriden uit zaad. Door inteelt zijn er verschillende lijnen van de planten ontwikkeld. Deze planten zijn zwakker dan hun voorouders. Door het combineren van twee inteelt lijnen ontstaat er een nieuw F1-hybride lijn waarvan de nakomelingen een gelijk genotype hebben wat resulteert in een gelijk fenotype. Het zogenaamde 'hybride effect ' resulteert in nakomelingen die gemakkelijk meer dan 30% groter kunnen worden dan de oorspronkelijke planten bij het starten van de inteelt. Dit betekent dat deze planten meer voedsel, meer biomassa of meer vruchten produceren. In het algemeen groeien ze sterk, maar vanwege hun niet-variabiliteit zijn ook deze kwetsbaar voor ziekten;
- Natuurlijke inteelt door middel van zaad. Er zijn planten die een natuurlijke vorm van inteelt gebruiken, bijvoorbeeld tomaten. Om deze reden worden de planten niet variabel en hebben ze allemaal een gelijk fenotype.